Het belang van smaak

Het belang van ruiken en proeven

 

Geur en smaak zijn zintuigen die weliswaar minder directe informa-tie overbrengen dan zien en horen, maar ze zijn van groot be lang bij het eten en drinken. Bij de ZvP is de smaak- en geurherkenning vaak aanzienlijk afgenomen. Minder of niet meer proeven of ruiken heeft een zeer nefaste invloed op de eetbeleving.

 

Verlies van smaak en geur heeft een aanzienlijke invloed op de kwaliteit van leven, niet in het minst omdat het genieten bij het eten en drinken grotendeels wegvalt. Het gevaar voor een eenzijdige voeding is reëel, wat kan leiden tot tekorten aan voedingsstoffen (ondervoeding) of de inname van ongezonde, energierijke levensmiddelen (overvoeding).

 

Naast het verlies van het ten volle kunnen genieten van spijs en drank heeft een slechte geur- en smaakgewaarwording nog bij- komende nadelige gevolgen. Het wegvallen van de reukzin kan gevaarlijk zijn (onvermogen gas te detecteren in de keuken) of vervelend zijn (niet ruiken dat een bereiding aan het verbranden is). Wanneer bedorven voedsel niet door de geur kan vastgesteld worden en, eenmaal bereid, dit niet geproefd wordt, kan dit noodlottige gevolgen hebben.

 

In een poging om toch maar meer smaak te verkrijgen worden soms aanzienlijke hoeveelheden zout of suiker gebruikt, wat desastreuse gevolgen kan hebben bij hoge bloeddruk of diabetes.

 

Soms moet bij de behandeling van bepaalde aandoeningen, bijvoorbeeld omwille van een verminderde smaakgewaarwording of kauw- en slikproblemen, de consistentie van de voeding aangepast worden (pletten, malen, mixen, zeven, verdikken, verdunnen, …). Zeker dan is het belangrijk dat bijzondere aandacht besteed wordt aan de organoleptische eigenschappen (kleur, geur, smaak, consistentie) van de voeding.

 

Om die reden besteden we bijzondere aandacht aan ‘smaakboosters’ (zie verder).