Dysfagie of kauw- en slikproblemen

De slikniveau's

Er zijn 3 niveau's van slikproblemen met een aangepaste consistentiestructuur.

 

Niveau 1 laag = de patiënt verslikt zich soms 4/10 = consistentie van pureeaardappel met kleine brokken en snippers

Niveau  2  middelmatig = de patiënt verslikt zich regelmatig 6/10 = consistentie van pudding

Niveau 3  hoog  = de patiënt verslikt zich bijna altijd 8/10 = consistentie van yoghurt

 

Een belangrijk probleem bij de ZvP is dysfagie of slikstoornis, die bij 50 tot 80 % van de parkinsonpatiënten voorkomt. Bij dysfagie komt voedsel of speeksel niet in de slokdarm terecht maar in de luchtpijp, waarbij de patiënt zich verslikt.

 

Dit is niet alleen pijnlijk, het kan ook tot een longontsteking leiden en het is zelfs levensbedreigend. Op langere termijn kunnen zich onder meer dehydratatie, ondervoeding of sociaal isolement voordoen.

 

Om die redenen moet de consistentie van de voeding soms aangepast worden. Vaste voeding verkleinen, malen, mixen; vloeibare voeding verdikken. Doe dit niet op eigen houtje en neem die beslissing niet te vlug. Probeer zo lang mogelijk normaal te kauwen, het heeft een gunstige invloed op de speekselvorming en smaakgewaarwording.

 

Het kauw- en slikprobleem vergt een multidisciplinaire aanpak van de arts, logopedist, diëtist en kok die, in functie van de ernst van het probleem, een aangepaste voeding moeten voorschrijven en bereiden. Belangrijk hierbij is het principe van een gevarieer- de en volwaardige voeding niet uit het oog te verliezen.

 

Omdat de kauw- en slikproblematiek, onder meer bij de ZvP, zo belangrijk is lichten we het slikproces hieronder even nader toe.

 

 

De werking van het slikorgaan

Het doel van slikken is op een veilige manier voedsel te transporteren van de mond naar de maag, dit wil zeggen zonder dat voedsel of secreties terechtkomen in de luchtwegen. Een grote verscheidenheid aan ziekten en aandoeningen kunnen deze slikact verstoren. Een goed begrip van het normale verloop van de slikact is noodzakelijk voor een goede diagnose en therapieplan. Dit hoofdstuk geeft een gedetailleerd beeld van de normale slikbeweging. De slikact kan verdeeld worden in meerde- re fasen. In dit handboek opteren we voor een indeling in 3 fasen: oraal, faryngeaal en oesofageaal (figuur 2.1), waarbij de orale fase onder vrijwillige  controle staat en de laatste 2 fasen onder onvrijwillige neuromusculaire controle.

 

Figuur 2.1: de 3 fasen van het slikproces

 


Tijdens de orale fase wordt het voedsel in de mond genomen en wordt er een samenhangende bolus van gemaakt. Het voorbereiden van de bolus houdt in dat het voedsel in stukken gebroken, gekauwd en vermengd wordt met speeksel tot een bolus. Deze wordt vervolgens in een holte gevormd aan de oppervlakte van de tong en tegen het harde verhemelte vastgehouden. Daarna wordt de bolus achterwaarts gestuwd naar de orofarynx. Wanneer de bolus de orofarynx bereikt, wordt de faryngeale slikrespons ingezet, waardoor een serie van luchtwegbeschermende en bolustransporterende gebeurtenissen in gang gezet worden (faryngeale fase). De oesofageale fase start met de relaxatie van de bovenste slokdarmsfincter, waarna de bolus daalt naar de maag (Corbin-Lewis & Liss, 2014)

 

 

Het slikken verloopt in vier stadia

Voorbereidende fase

Een belangrijke activiteit die het slikken voorafgaat, is het kauwen. Kauwen zorgt voor de voorbereiding bij het doorslikken van vaste stoffen, de duur ervan wordt beïnvloed door smaken en proeven. Het eigenlijke slikproces begint bij de voorbereidende fase. Terwijl de lippen gesloten worden, maken de tong en de wangen het voedsel in de mond tot één geheel. Dit is de voedselbolus.

 


Mondfase

 

Tijdens de mondfase of orale fase brengt de  tong de voedselbolus naar achter in de mond. Op dit moment heeftmen nog controle over het slikproces. In de voorbereidende fase en de mondfase bereidt een persoon zich voor op de eigenlijke slikreflex. Prikkels afkomstig van de tong, de lippen, de wangen en het verhemelte dragen bij tot een goede controle over de voedselbolus en zorgen er mede voor dat het slikken efficiënt en veilig verloopt. Beide fases zijn dus van groot belang bij het slikproces. Wanneer je er bijvoorbeeld voor kiest om te drinken met een rietje, overbrug je de voorbereidende fase en de mondfase van het slikproces, waardoor de controle over het slikken afneemt en de kans op verslikken toeneemt. Beter is te kiezen voor een beker met neusuitsparing.

 

 

Keelfase

 

Van zodra de voedselbolus in de keel terechtkomt, spreekt men van de keelfase of faryngeale fase. De slikreflex wordt ingezet en vanaf daneindigt de vrijwillige slik. Tijdens deze fase wordt de luchtweg afgeschermd voor het voedsel op drie niveaus: heffing van het strot- tenhoofd en kanteling van het strottenklepje, sluiting van de valse stemplooien en sluiting van de ware stemplooien. Wanneer we ons verslikken komt er voeding in de luchtweg in plaats van in de slokdarm.

 


Slokdarmfase

 

De weg die het voedsel aflegt, wordt verder gezet in de slokdarm. We spreken van de slokdarmfase of oesophageale fase. Net als bij dekeelfase, hebben we bij de slokdarmfase nog nauwelijks controle over het slikproces.